Emergis Living Lab

Living Lab Emergis foro van de inkom

Algemene Informatie

Dit Living Lab werd gebouwd in Kloetinge (Zuid-Beveland) bij Emergis, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Daar werden de gastenverblijven uitgebreid met een nieuwe circulair gebouwde vleugel. De units zijn gemakkelijk verplaatsbaar en de ruimtes vlot herschikbaar. Op die manier kan men inspelen op de immer veranderende huisvestingsvraag van Emergis. Men zal echter niet langer moeten opbouwen of afbreken, maar zal simpelweg enkele eenvoudige aanpassingen kunnen doorvoeren, zonder veel energie- of materiaalverspilling. Het gebruik van biogebaseerde materialen verlaagt verder de ecologische impact en verzekert de circulariteit bij einde levensduur. Bekijk de video of ga virtueel op bezoek!

Veranderingsgericht ontwerp

Het living lab Emergis had van in het begin de ambitie om een dynamische omgeving te creëren die gemakkelijk uitbreiding of inkrimping van het gebouw mogelijk maakt. Het is daarom opgebouwd uit modulaire, verplaatsbare units in Cross Laminated Timber (CLT). Deze units kunnen via een ‘plug and play’-principe aangesloten worden op een centrale gang. Voor de openingen in de gevel werden een raster en een uniforme maatvoering gebruikt die naar keuze ingevuld kunnen worden met een gesloten of open deel (schrijnwerk of deur). Elke unit dient als werkplek waar patiënten behandeld kunnen worden en zijn op dezelfde manier opgebouwd, met uitzondering van 2 geschakelde units die een groepsruimte vormen en 1 unit die dienstdoet als sanitair blok.

De units zelf vormen eigenlijk de indeling van het gebouw. Wanneer men dus de indeling wil veranderen, gebeurt dat door de compositie van de units in hun geheel aan te passen. De centrale gang zorgt voor een goede ontsluiting en mogelijkheden tot uitbreiding. De wand die per module aansluit op de gang is niet in CLT uitgevoerd, maar met een houten cassette. Deze wand ondergaat immers de meeste perforaties (kabels, lichtschakelaars, deur) en heeft ook de meeste kans op toekomstige wijzigingen.

De installaties zijn decentraal en per unit georganiseerd zodat elke unit onafhankelijk van de andere kan functioneren. Verlichting, stopcontacten, verwarming en ventilatie worden via het “plug and play”-principe gevoed door een hoofdkabel die door de gang loopt. Sanitaire voorzieningen worden geclusterd in één unit.  Zo moet er bij uitbreiding of krimp geen rekening worden gehouden met leidingen. In elke unit wordt een extra leiding voor elektriciteit voorzien om toekomstig bijkomende aansluitingen zonder ingrijpende werken mogelijk te maken. Verder zijn alle stopcontacten en elektrische voorzieningen volgens een repetitief patroon in opbouw geplaatst. Samen met de decentralisatie van de technieken zorgt dit ervoor dat de CLT-wanden zo weinig mogelijk ingrepen moeten ondergaan (doorboringen, schroeven, frezen, …) en zo hun restwaarde optimaal kunnen behouden.

De ingevulde flexibiliteitscalculator voor het Emergis Living Lab is hier te downloaden. Hierbij is ingeschat dat het gebouw binnen nu en 25 jaar verplaatst zal worden met een kans van 60% en een functie verandering met een kans van 25%. De functie verandering in dit geval gaat van kantoor naar appartement.

Ontwerp voor hergebruik en recyclage

Door met CLT te werken kan de draagstructuur meteen ook dienen als binnenafwerking. Zo worden er geen vloerpakketten, verlaagde plafonds of bepleisteringen aangebracht, maar wordt overal waar mogelijk de CLT in het zicht gelaten. Dit zorgt voor een enorme materiaalbesparing en een drastische vermindering van de materiaalimpact.

Om de restwaarde van de CLT-panelen zo hoog mogelijk te houden, worden de leidingen voor verlichting en elektriciteit in opbouw geplaatst en de sanitaire toestellen geclusterd in 1 unit. Dankzij deze functionele scheiding kan men de technische installaties aanpassen, zonder hierbij andere onderdelen van het gebouw te beschadigen. Ook in de gemeenschappelijke gang wordt de hoofdbekabeling voorzien in een kabelgoot die toegankelijk is en uitbreiding of aanpassingen makkelijk toelaat.

De opbouw van de gevel is volledig demonteerbaar met de mogelijkheid om de houten planken en isolatie onbeschadigd te recupereren. Het platte dak is uitgevoerd met een dakbedekking die los geplaatst en geballast werd, zodat bij latere ontmanteling de isolatie en de dakbedekking gemakkelijk gescheiden kunnen worden. De units zelf steunen op stalen poten die aangebracht werden op Stelcon-platen op gestabiliseerde grond. De fundering is dus ook zeer modulair en demontabel uitgevoerd met een hoog hergebruikpotentieel. De wanden die de modules laten aansluiten op de centrale gang kunnen beschouwd worden als de binnenwanden. Deze werden voorzien in houtskeletbouw, met houten platen als afwerking en een losmaakbare drempel ter hoogte van de deuropening.

De hijspunten van de modules zijn gebleven, maar werden weggewerkt in de dakafwerking. Zo kunnen de modules later makkelijk in hun geheel gedemonteerd worden. De CLT-units zelf werden samengesteld uit CLT-platen die niet verlijmd maar geschroefd verbonden werden. Zo kunnen de units indien nodig ook uit elkaar gehaald worden met minimale schade aan de panelen.

De einde-levensduurcalculator voor de Living Lab van Emergis is hier te downloaden. Hierbij is de levensduur van de units geschat op 60 jaar en dat de materialen uiteindelijk ongeveer €150.000 opleveren. De investering om het gebouw remontabel te maken is gedeeld door twee aangezien er met deze investering ook een voordeel in flexibiliteit wordt gezien. Deze is in de flexibiliteitscalculator berekend. 

Living Lab Emergis een buitenbeeld

Bestaande situatie valoriseren

Om het nieuwe deel van het gebouw op het bestaande te laten aansluiten, moest men een deel van het bestaande gebouw afbreken. Het ontwerp van de architect liet eerst niet toe om de bestaande fundering en vloer te behouden. Met het oog op een maximale benutting van de bestaande toestand, werd het ontwerp aangepast aan de perimeter van de bestaande vloer en fundering zodat deze wel behouden konden blijven. De andere delen van het gebouw, die wel afgebroken werden, waren niet geschikt voor hergebruik en werden volgens de standaardpraktijk afgevoerd.

Living Lab Emergis een zicht op dezijkant

Kringloopmaterialen integreren

Bij Emergis is men erin geslaagd om voor de gevel met gerecupereerde planken te werken. Deze planken werden “geoogst” via oogstkaart.nl en vervolgens versneden waarna ze in één stuk over de volledige hoogte van de module werden geplaatst. Omdat men op deze manier wel wat snijverlies had, was ook nog een kleine hoeveelheid nieuw hout nodig.

De Stelcon-platen die voor de fundering werden gebruikt, zijn ook gerecupereerd.

Toekomstige materialenbank voorbereiden

Om later hergebruik te faciliteren werd een as-built BIM-model opgeleverd met daarin de materialen en hoeveelheden. Verder maakte de aannemer ook demontage-instructies op over de montage en demontage van de CLT-units.

Afval tijdens de bouwfase

Door maximaal te kiezen voor prefabricage werd de afvalproductie op de werf zeer sterk geminimaliseerd. Men bracht het houtafval dat bij het prefabricageproces geproduceerd werd opnieuw in de kringloop door het terug te sturen naar de fabrikant van houtvezelisolatie.

Milieu bewuste materiaalkeuzes

Bij Emergis heeft men zeer bewust geprobeerd om overal waar mogelijk biobased materialen te gebruiken. Dat is zo goed als overal gelukt, behalve voor de isolatie van het platte dak en onder de CLT-vloer. Hier was geen oplossing voorhanden die het risico op condensatie of vochtproblemen uitsloot. Bij gebrek aan een geschikt biobased alternatief koos men voor PIR als isolatiemateriaal. Ook het hout heeft men zoveel mogelijk onbehandeld gelaten (zowel gevelplanken als binnenwanden). Alleen in de centrale gang werd een biobased whitewash toegepast.

Living Lab Emergis foto van gevelbekleding

Op zoek naar synergieën

Er werd op twee manieren naar synergieën gezocht. Ten eerste bekeek men  hoe men het best op de bestaande toestand en werking van het gebouw kon aansluiten met een minimale overlast. Het ontwerp werd aangepast en delen van het bestaande gebouw werden behouden en ingepast in het nieuwe gedeelte. Het resultaat was een belangrijke materiaalbesparing. Daarnaast heeft de aannemer voor de prefabricage van de units kunnen samenwerken met een derde partij die de assemblageruimte (loods met nodige hijsvoorzieningen) en het transport (van de loods naar de bouwsite) samen kon aanbieden. Zo werden heel wat overbodige kilometers transport uitgespaard en werd de overlast voor de gebruikers op de site sterk beperkt.

Informatie delen en beheren

Het Emergis Living Lab zet voor informatiebeheer in op een as-built versie van het BIM-model met daarin alle informatie over hoeveelheden en gebruikte materialen. Verder zorgde de aannemer ook voor een informatief document rond de demontage en montage-instructies voor de prefabmodules.

Living Lab Emergis foto van de gang
Het oorspronkelijke ontwerp Living Lab Emergis

Innovatieve businessmodellen en bouwproces 

Qua vernieuwende aanpak zet het Living Lab Emergis vooral in op standaardisatie, modulariteit en prefabricatie om zo tot een hoge materiaalefficiëntie te komen. Hierbij werd de bouw van een mock-up (eerste testmodule) voorzien. Zo kon men niet alleen zaken bijsturen en moeilijkheden op de werf preventief vermijden maar ook verder aan materiaalbesparing te doen. Zo bleek uit de bouw van de testmodule dat 2 lichtarmaturen voldeden om aan de gevraagde lichtkwaliteit te voldoen. De 3 armaturen die origineel voorzien waren, werden dus vervangen door slechts 2 armaturen per module. De aanbesteding is verder traditioneel verlopen, er is niet ingezet op circulaire businessmodellen.