Circulaire ontwerprichtlijnen toepassen
Circulaire ontwerprichtlijnen toepassen
Willen we met de bouwsector tot een circulaire economie komen, dan moeten gebouwen ontworpen worden volgens circulaire ontwerprichtlijnen. Concreet betekent dit dat bouwmaterialen, bouwproducten, gebouwonderdelen en zelfs volledige gebouwen steeds maximaal hun waarde moeten kunnen behouden of dat we ze opnieuw in kringlopen moeten kunnen brengen.
De lessen uit het verleden bieden ons belangrijke inzichten voor de toekomst. Zo moeten we bij de realisatie van nieuwe gebouwen de nodige aandacht besteden aan:- Het ontwerp op gebouwniveau (veranderingsgericht ontwerp), waarbij de focus ligt op waardebehoud door voldoende flexibiliteit en aanpassingsvermogen in te bouwen
- Het ontwerp op componentniveau (ontwerp voor hergebruik en recyclage of recycling), waarbij de focus ligt op scheidbaarheid, demonteerbaarheid en toegankelijkheid met aandacht voor de verschillende levensduren zodat we componenten met minimale schade uit een gebouw kunnen halen.
“Bij een functiewijziging kan de voorgevel van het KULeuven Living Lab zonder bijkomende stabiliteitswerken anders ingedeeld worden en zijn zowel de trappenkern als de tussenvloeren reeds voorzien voor brandcompartimentering.”
Ontwerp voor hergebruik en recyclage
Een gebouw bestaat uit materialen en producten die samengevoegd worden tot één geheel. De manier waarop dat gebeurt is sterk bepalend voor de levensloop van de gebruikte materialen en onderdelen en hun potentieel tot hergebruik en recyclage. Zo leidt de plaatsing of inwerking van elektriciteitskabels in muren of achter afwerkingen tot een zekere afvalproductie wanneer ze vervangen of verwijderd moeten worden. Of zorgt de keuze voor gespoten isolatie tegen een betonstructuur ervoor dat het beton bij toekomstige afbraak niet gerecycleerd kan worden. Wanneer men de afvalproductie van een gebouw wil beperken gedurende zijn volledige levenscyclus, en niet alleen tijdens de bouwfase (zie ook punt 2.c), moet men bij het maken van ontwerpkeuzes rekening houden met zowel de gebruiksfase (onderhoud, vervangingen, herstellingen, renovaties) als de eindelevensfase (demontagemogelijkheid, herbruikbaarheid, recycleerbaarheid).